DEEL 2

Hoofdstuk 9: Het humanisme (ca. 1350 – ca. 1600)

1) Een nieuw beschavingsideaal en een nieuw mensbeeld
2) Van enthousiasme voor de oudheid naar kritische ingesteldheid
3) Erasmus van Rotterdam (1466 – 1536)
4) Andreas Vesalius (1514 – 1564)
5) Toepassing

Hoofdstuk 10: De renaissance (ca. 1400 – ca. 1540)

1) Kunst in de ban van oudheid, mens en natuur
2) Homo Universalis
3) Stijlkenmerken: bouwkunst & schilder- en beeldhouwkunst
4) Probeer het zelf

Hoofdstuk 11: Reformatie(s) in de Latijnse christenheid (ca. 1450 – ca. 1540)

1) Een voedingsbodem voor religieuze hervormingen
2) Aflaten
3) Maarten Luther en het begin van de reformatie
4) Principes van Luthers nieuwe leer
5) Opstanden en oorlogen
6) Een waaier aan reformaties

Hoofdstuk 12: De Nederlanden onder Karel V (1515 – 1555)

1) De Nederlanden: van Bourgondiërs naar Habsburgers
2) Eenmaking, religieuze eenheid en centralisatie
3) Mislukking

Hoofdstuk 13: De Nederlanden: van eenheid naar scheiding (1555 – 1648)

1) Groeiende onrust
2) Een onverzettelijke Filips II
3) De opstand
4) De scheiding tussen Noord en Zuid (1648)

Hoofdstuk 14: De heksenvervolging (ca. 1450 – ca.1750)

1) Europa in de greep van onverdraagzaamheid
2) Oorzaken
3) Einde van de heksenvervolging?
4) Actuele voorbeelden

Hoofdstuk 15: De contrareformatie (ca. 1540 – ca. 1700)

1) Religieuze onverdraagzaamheid
2) Hervormingen als antwoord op de reformatie
3) Herkatholisering en mondiale missionering

Hoofdstuk 16: De barok (ca. 1575 – ca. 1750)

1) Kunst in dienst van kerk en koning
2) Stijlkenmerken: bouwkunst, beeldhouw- & schilderkunst

Hoofdstuk 17: Het vorstelijk absolutisme in Frankrijk: Lodewijk XIV (1661 – 1715)

1) De moeizame aanloop tot de macht
2) L’état, c’est moi
3) De impact van het absolutisme op economie en cultuur

Hoofdstuk 18: Kennis van de werkelijkheid (ca. 1500 – ca. 1700)

1) Een nieuwe manier om tot kennis te komen
2) Copernicus zorgt voor een ander wereldbeeld
3) De doorbraak van de wetenschap

Hoofdstuk 19: De verlichting (ca. 1700 – ca. 1800)

1) De naam ‘Verlichting’
2) Licht in de politiek
3) Licht in de cultuur
4) Licht in de samenleving
5) Licht in de economie

Hoofdstuk 20: Demografische en economische veranderingen in het Ancien Régime (ca. 1600 – ca. 1800)

1) Bevolkingsgroei
2) Meer monden te voeden
3) Meer vraag naar nijverheidsproducten
4) Naar een industriële nijverheid

Hoofdstuk 21: De Franse revolutie: een breuk met het Ancien Régime (1789 – 1813)

1) Spanningen in Frankrijk aan de vooravond van de revolutie
2) Het einde van het Ancien Régime in 1789
3) Frankrijk wordt in 1791 een constitutionele monarchie
4) Het volk grijpt de macht (1792 – 1794)
5) De burgerij grijpt opnieuw de macht (1794 – 1799)
6) Het leger grijpt de macht en zorgt voor rust en orde (1799 – 1815)