Hoofdstuk 8

ECONOMIE IN VERANDERING (1500 – 1750)

LANDBOUW, HOEKSTEEN VAN HET ECONOMISCH LEVEN

De economie in de Nieuwe Tijd is, ondanks de groeiende koloniale handel, nog altijd sterk afhankelijk van landbouw: de meerderheid van de bevolking haalt zijn inkomsten vooral uit landbouw en besteedt ook het grootste deel van zijn inkomsten aan landbouwproducten.

Deze landbouw-afhankelijkheid vormt echter een groot risico voor de economie. Als de oogst eens een jaar mislukt, zorgt dat niet alleen voor honger maar ook voor werkloosheid en armoede.

    Iedereen wordt namelijk meegesleept in de crisis die volgt op een misoogst.

    Doordat de productie en de productiviteit zeer laag liggen, produceren de mensen vooral voor eigen gebruik. Goederen die men zelf niet kan maken, worden op de lokale markt gekocht met de winst die de verkoop van weinige landbouwoverschotten oplevert. Als het weer tegenzit en de oogst mislukt, zijn er geen overschotten en geen winst. Daarop valt meteen ook de lokale handel stil.

    Vandaag zijn we in onze streken veel minder afhankelijk van landbouw. Als er bovendien eens een misoogst voorkomt, kunnen we makkelijk voedsel van elders aankopen en invoeren zodat structurele hongersnood bij ons niet meer voorkomt.

    Tegelijk zijn er ook risico’s verbonden aan die manier van werken:

    • we hangen af van de wereldhandelsprijzen;
    • we zijn niet meer zelfvoorzienend;
    • voedsel dat over de halve wereld vervoerd wordt voor het op ons bord ligt, heeft vaak een grote ecologische voetafdruk.
    Schilderij "De Oogsters" door Pieter Bruegel de Oude (1565), The Metropolitan Museum of Art,  New York, Verenigde Staten

    Schilderij “De korenoogst” of “De oogsters” door Pieter Bruegel de Oude (1565), The Metropolitan Museum of Art, New York, Verenigde Staten

    NIJVERHEID IN OPGANG. NIEUWE KANSEN, NIEUWE RIJKDOM?

    Gebieden die sterk verstedelijkt zijn en waar veel plaatsen zijn waar men handel kan drijven, zorgen voor extra kansen voor de boerenbevolking. De vraag naar nijverheidsgewassen zoals vlas, hop (om bier mee te maken), wede (een kleurstof); en (half)afgewerkte producten (draad, stof, leer, …) is er groot. Maar geleidelijk aan worden de boeren niet alleen ingeschakeld als leveranciers van grondstoffen maar ook om producten verder af te werken. Er ontstaat een plattelandsnijverheid. 

    De productie van textiel, leerbewerking, het brouwen van bier, … wordt in de steden namelijk streng geregeld en beschermd door gilden en ambachten. Dat heeft als voordeel dat de kwaliteit bewaakt wordt en dat de lonen en werkvoorwaarden voor iedereen gelijk zijn. Maar ook de prijzen liggen vast en je kan niet op eigen houtje een zaak beginnen: je moet toegelaten worden tot de gilde of het ambacht.

    Ingekleurde tekening "Vrouw spint en kaardt wol" uit het boek "The costume of Yorkshire". Tekening van George Walker (1814), British Library

    Ingekleurde tekening “Vrouw spint en kaardt wol” uit het boek “The costume of Yorkshire”. Tekening van George Walker (1814), British Library

    Kapitaalkrachtige handelaars proberen hun winstmarge te vergroten door goederen goedkoper te laten maken op het platteland buiten de controle van de ambachten. De handelaar zorgt voor de grondstoffen en de werktuigen (een weefgetouw bv) en de boeren verwerken de grondstoffen thuis tot (half)afgewerkte producten. De landbouwers moeten weinig investeren en hebben inkomsten als er minder werk op het veld is; de handelaar koopt zijn producten goedkoper dan in de stad.

    Omdat de handelaars het werk uitbesteden, noemen we dit het uitbestedingssysteem, het putting-out system (Engels) of Verlagsystem (Duits).

    Het streven naar winst via handel noemen we handelskapitalisme.

    NIEUWE RIJKDOM, NIEUWE KANSEN? DE GROEIENDE KLOOF TUSSEN RIJK EN ARM

    De winst vloeit vooral naar de rijke burgerij (handelaars, grondbezitters, …). Zij kunnen initiatief nemen omdat ze al geld hebben dat ze kunnen investeren. De handel blijft niet meer beperkt tot de eigen streek maar wordt steeds internationaler. Daardoor ontstaat er een grote vraag naar geld en naar veilige manieren van betalen. 

    Men ontwikkelt dan ook nieuwe betalings- en kredietmogelijkheden:

    • een wisselbrief of schuld op papier: een tegoed aan een handelaar, een cheque
    • een aandeel: je wordt eigenaar van een deel van het bedrijf, de kostprijs van het aandeel wordt bepaald door de waarde van het bedrijf
    • de beurs: de plaats waar aandelen worden verhandeld
    • een vennootschap of bedrijf dat haar kapitaal gedeeltelijk of volledig krijgt via aandelen.  De directie wordt benoemd door een aandeelhoudersvergadering.

    Rijker en machtiger

    “Terwijl het de edelen aan leergierigheid ontbreekt, bestuderen de burgers de gebeurtenissen in en buiten het koninkrijk.  Ze verdiepen zich in de bestuurswetenschappen, worden listig bedreven in de politiek, kennen de zwakke en sterke kanten van het hele staatsleven, zijn op zoek naar een betere positie en vinden die.  Ze beklimmen de ladder van de ambtenarij, worden machtig en nemen een deel van de koninklijke ambten waar. 

    De edelen die voorheen niets dan verachting voor de burgers over hadden, bewonderden hen nu en zijn gelukkig hun schoonzoon te kunnen worden.”

    Uit de geschriften van J. de La Bruyère in 1688.

    Doordat de burgerij steeds rijker wordt, krijgt ze ook steeds meer macht. Rijke burgers kopen gronden op, invloedrijke jobs (adviseur van de heerser bv) en het recht om tol te mogen heffen of belastingen te mogen innen. Of ze lenen aan de vorst en aan de adel die daardoor van hen afhankelijk worden. 

    Met geld komt ook prestige: een aantal van hen treedt toe tot de adel maar steeds meer rijke burgers zijn ontevreden omdat ze merken dat niet geld maar enkel afkomst bepaalt tot welke stand je behoort. 

    Armoede en bedelarij

    De positie van de boeren en de arbeiders verzwakt steeds verder omdat:

    • ze geen kans krijgen om zich op te werken;
    • beroepen worden doorgegeven van vader op zoon (beschermd door ambachten en gilden) waardoor anderen niet de mogelijkheid krijgen om ook een beter betaalde job uit te oefenen;
    • doordat handelaars/opkopers langs de ambachten om producten aankopen, en daar minder goed voor betalen.
    Gravure "Kreupelen en bedelaars' naar een tekening van Hieronymus Bosch of Pieter Bruegel de Oude (ca 1570-1580), Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, Nederland

    Onderschrift: “Al dat op den blauwen trughelsack, gheerne leeft / Gaet meest al Cruepele, op beijde sijden, // Daerom den Cruepelen Bisschop, veel dienaers heeft, / Die om een vette proue, den rechten ghanck mijden”

    Vertaling: Iedereen die graag van bedrog leeft, heeft vaak twee kreupele benen. Daarom heeft de Kreupele Bisschop veel dienaren, die voor een vette buit, niet op het rechte pad blijven.

    Gravure “Kreupelen en bedelaars’ naar een tekening van Hieronymus Bosch of Pieter Bruegel de Oude (ca 1570-1580), Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, Nederland

    “Wij hebben vernomen dat veel rabauwen, vagebonden en leeglopers, zowel mannen als vrouwen van diverse landen, zonder bestaansmogelijkheden, gezond naar ziel en lichaam, doch weigerende te werken om de kost te verdienen, in zeer grote getale in Brabant komen. 

    Onder het mom in armoede hun brood te bedelen ontnemen zij aldus wat feitelijk toekomt aan oude, arme, ongelukkige, invalide personen en onmondige kinderen, die zelf onbekwaam zijn hun brood te verdienen? 

    Bovendien plegen zij zowel binnen als buiten te steden, in dorpen en gehuchten, diverse baldadigheden, moord, diefstal, plundering en afpersing, niet alleen in kerken en andere gewijde plaatsen, maar ook elders. […]”

    Uit een ordonnantie van Keizer Karel V op 28 september 1529.

    Boeren en arbeiders leven meer en meer op de rand van de armoede en bedelarij neemt toe.

    De overheid en de publieke opinie reageert hier negatief op: ze worden als luieriken gezien die giften en voedsel afnemen van wie het ‘echt’ nodig heeft (gehandicapten, wezen, …). Bovendien ziet men de armen als een bedreiging voor de rust en veiligheid (moord, diefstal, …).

    MEER WETEN?

    Afbeelding bij "Weg van het meesterwerk", een reportage van Thomas Vanderveken die op zoek gaat naar de Korenoogst van Pieter Bruegel. Te zien op VRT NU.
    Afbeelding bij “Weg van het meesterwerk: De korenoogst”, een reportage van Thomas Vanderveken die wil weten hoe het schilderij de Korenoogst van Pieter Bruegel in een buitenlands museum is terecht gekomen. Te zien op VRT NU.

    Weg van het meesterwerk: de korenoogst (Pieter Bruegel de Oude)

    De korenoogst is een schilderij van Pieter Bruegel de Oude uit 1565. Vandaag hangt het in het Metropolitan Museum of Art in … New York. Thomas Vanderveken wil weten hoe dit schilderij van bij ons in Amerika terechtkwam. Hij volgt de weg die het werk aflegde en leert intussen meer over Bruegel en zijn manier van schilderen. Kijk je mee?

    Schilderij "Geldwisselaar en zijn vrouw" van Quinten Matsys (1514), Louvre, Parijs, Frankrijk
    Schilderij “Geldwisselaar en zijn vrouw” van Quinten Matsys (1514), Louvre, Parijs, Frankrijk

    De Beurs: een Brugse uitvinding?

    Omdat de handel in de late middeleeuwen steeds intenser en internationale wordt, ontwikkelt men nieuwe financiële middelen zoals de wisselbrief, de vennootschap, aandelen … Dat gebeurt vooral in Noord-Italië en bij ons: Brugge is op dat moment een van de belangrijkste internationale handelscentra.

    Herbergen en herbergiers spelen daar een grote rol in. Niet alleen verblijven de buitenlandse handelaars in de herbergen en ontvangen ze er vaak hun klanten, de herbergiers vertegenwoordigen de handelaars ook op de momenten dat ze er niet zijn.

    Een Brugse herbergiersfamilie met veel invloed is de familie Van der Buerse. Hun herberg “Ter Buerse” is de spil van hét commerciële en financiële leven van Brugge. Op het plein voor het café ontstaat een geld- en handelsmarkt. Handelaars die daarheen gaan, zegen dat ze “naar de beurs gaan”. En zo zorgt de naam van een Brugs café voor het woord dat we nu nog altijd gebruiken voor de plaats waar geld en aandelen worden verhandeld.

    Wil je meer lezen over de link tussen Brugge en de beurs? Klik dan hier voor een uitleg op de website van de Nationale Bank van België.