Hoofdstuk 5
KAPERS OP DE KUST
VAARROUTES IN HET VIZIER (1600 – 1800)
In hoofdstuk 3 zagen we hoe Portugal en Spanje de wereld onder elkaar verdeelden met het Verdrag van Tordesillas (1494) en het Verdrag van Zaragoza (1529). Natuurlijk valt dit niet in goede aarde bij Engeland, Frankrijk en Holland (Nederland) die zich niet zomaar willen neerleggen bij die Portugese en Spaanse overheersing. De Aziatische handel is erg winstgevend en dus willen zij daar ook een deel van.
Ze proberen eerst zelf een weg te vinden naar Indië via het Noorden. Zo ontdekken ze de kusten van Canada, Amerika en nog onbekende delen van Rusland.
Giovanni Caboto vindt in 1497 de route naar Newfoundland (Canada) en neemt het gebied in voor Engeland. Rond 1523 verkent Giovanni da Verrazzano de kust van Noord-Amerika (van South-Carolina naar Newfoundland) voor Frankrijk. De Nederlanders proberen het dan weer via de bovenkant van Rusland. Zo ontdekt de Nederlandse zeevaarder Willem Barentsz in 1596 het noordelijkste punt van de Russische eilandengroep Nova Zembla.
Door de barre kou, de erg lange afstanden, de vaak dichtgevroren zeeën en het feit dat hun schepen niet goed tegen het ijs konden, lukte het echter niet om op die manier naar Azië te varen.
Voorpagina van het boek Mare Liberum (1609 – door Hugo de Groot)
Bron: Koninklijke Bibliotheek van Nederland (https://www.kb.nl/)
De Engelsen, Fransen en de Hollanders willen dus af van het ‘mare clausum‘ principe: het idee dat je in open zee een grens kan trekken waardoor die zee het eigendom kan worden van een land. Ze willen het tegenovergestelde: het ‘mare liberum‘ principe of het principe van de open zee waarbij niemand een zeeroute kan monopoliseren en de handel over zee vrij is.
Spanje en Portugal weigeren dit echter te aanvaarden.
Engeland, Frankrijk en Holland sturen dan maar ‘kapers’ uit: een aantal kapiteins kreeg van Engeland, Frankrijk en Holland de toestemming om Spaanse en Portugese schepen te overvallen en de lading van die schepen te stelen. Dit was natuurlijk erg gevaarlijk: de Spanjaarden en Portugezen verdedigden hun goederen met geweld. Maar in ruil kregen de kapers een deel van de buitgemaakte goederen wat het een erg winstgevende zaak kon maken voor de kaperkapitein en zijn bemanning. Het ging dan ook over goud- en zilverschatten (Spaanse schepen) en specerijen, zijde en edelstenen (Portugese schepen).
Bovendien beginnen de Engelsen, Fransen en Hollanders op eigen houtje handel te voeren met Amerika.
- Vanuit Europa worden vuurwapens, metalen voorwerpen (ploeg), het wiel, paarden, schapen, geiten, kippen en producten uit Azië (katoen, koffie, suikerriet, … ) in Amerika geïntroduceerd.
- Vanuit Amerika komen maïs, aardappelen, tomaten, paprika, tabak, cacao, kalkoenen, bonen, … naar Europa.
Er ontstaat in Europa een echte rage in exotische producten, voorwerpen of tekeningen. Sommige rijke burgers leggen ‘Rariteitenkabinetten‘ aan: kasten met planten, dieren, schelpen, … uit verre landen. Van heel wat van de producten uit Amerika, Afrika en Azië weet men namelijk niet hoe ze te gebruiken of heeft men niet altijd door hoe voedzaam of lekker ze zijn. Men beschouwt ze dan ook vooral als verzamelobjecten. Grote schelpen, kokosnoten of struisvogeleieren worden dan in kunstige (drink)bekers of tafelversieringen verwerkt, onbekende dieren, vogels en vlinders laat men opzetten en veel planten dienen enkel om mee te pronken. Zo heeft het tot de 18de eeuw geduurd voor men in onze streken tomaten echt begon te eten. Daarvoor zag men ze als (giftige) sierplant of gebruikte men de tomaten om eettafels mee te versieren.
Rariteitenkabinet (1666 – door Johann Georg Hinz) © Hamburger Kunsthalle
MOTIEVEN
De Britten, Fransen en Hollanders nemen dus geleidelijk aan de handelsroutes over en stichten handelsnederzettingen in Amerika en Azië. Ze hebben daar 4 redenen voor:
Economisch
De exotische producten uit Amerika en Azië zijn gegeerd en duur in Europa. Het is dus interessant van zelf ook handel te kunnen drijven in deze producten.
Religieus
De Spanjaarden voeren hun veroveringen onder meer uit religieuze redenen: ze willen het ‘ware geloof’ verspreiden onder de inwoners van Azië en Amerika. De Britten, Fransen en Hollanders gebruiken dit argument ook maar in de praktijk doen ze dit niet erg actief. Ze gebruiken hun kolonies soms zelfs als verbanningsoord voor andersgelovigen uit hun eigen land.
Politiek
Zowel de Britten, de Fransen als de Hollanders voeren oorlog tegen het Spaanse Rijk. Door handel te drijven met Amerika en Azië worden ze rijker waardoor ze sterker staan in de strijd. En door Spaanse scheepskonvooien te overvallen, verzwakken ze hun vijand.
Wetenschap
Wetenschappers zijn erg nieuwsgierig naar de nieuwe gebieden die erg verschillen van wat men tot dan kent. En dus gaat men de fauna en flora onderzoeken (biologie), de geografie van het nieuwe continent (aardrijkskunde) en het gedrag en de manier van samenleven van de nieuw ontdekte volkeren (antropologie).
Het resultaat van drie eeuwen ontdekkingstochten is een enorme toename van de gekende wereld: rond 1600 is 49% bekend, rond 1800 is al 83% van de wereld ontdekt.
DE WETENSCHAPPELIJKE EXPEDITIE VAN JAMES COOK
Midden 18de eeuw worden in Engeland plannen gemaakt voor een ontdekkingsreis naar de Stille Oceaan, met tweeledig doel. Men wilde de Venusovergang, of de verschuiving van de planeet voor de zon, bestuderen van op verschillende ver afgelegen plaatsen op aarde om de afstand tussen de aarde en de zon te bepalen. Men wilde ook het bestaan van een groot continent “terra australis” of “onbekend zuidland” onderzoeken en de theorie bewijzen dat er in het zuidelijk halfrond een even grote landmassa bestond, als tegengewicht voor het continent in het noordelijk halfrond. De ervaren zeevaarder commandant James Cook krijgt de leiding over de “H.M.S. Endeavour” en wordt vergezeld door een sterrenkundige (Green), een naturalist (Banks), plantkundigen (Solander, Spöring) en tekenaars (Buchan, Parkinson).
QUIZ
“From what I have said of the Natives of New Holland they may appear to some to be the most wretched People upon Earth; but in reality they are far more happier than we Europeans, being wholy unacquainted not only with the Superfluous, but with the necessary Conveniences so much sought after in Europe; they are happy in not knowing the use of them. They live in a Tranquility which is not disturbed by the Inequality of Condition. The earth and Sea of their own accord furnishes them with all things necessary for Life. They covet not Magnificient Houses, Household-stuff, etc.; they live in a Warm and fine Climate, and enjoy every wholesome Air, so that they have very little need of Cloathing; and this they seem to be fully sencible of, for many to whom we gave Cloth, etc., left it carelessly upon the Sea beach and in the Woods, as a thing they had no manner of use for; in short, they seem’d to set no Value upon anything we gave them, nor would they ever part with anything of their own for any one Article we could offer them. This, in my opinion, Argues that they think themselves provided with all the necessarys of Life, and that they have no Superfluities.”
Vertaling: “Van wat ik heb gezegd over de inboorlingen van Nieuw-Holland, zou je kunnen denken dat zij de ongelukkigste mensen op aarde zijn. In werkelijkheid zijn zij gelukkiger dan wij Europeanen. Ze zijn totaal onbekend met de gemakken (zowel de overbodige als de noodzakelijke) waar wij in Europa zoveel waarde aan hechten. En ze zijn zelfs blij dat ze ze niet kennen. Ze laten hun rust niet verstoren door het feit dat wij meer hebben dan zij. De aarde en de zee voorzien hen van alles wat ze nodig hebben om te leven. Ze hebben geen interesse in prachtige huizen of huisraad, enz.; ze leven in een warm en aangenaam klimaat, genieten van gezonde lucht en hebben geen behoefte aan veel kleding. Zo zagen we hoe ze de stoffen die we hen gaven, achteloos achterlieten op het strand en in het woud, als was het iets waarvan ze niet wisten hoe het te gebruiken. Het leek hen waardeloos. Ze waren dan ook niet geneigd om hun eigen dingen te ruilen voor goederen die wij meebrachten. Volgens mij denken ze dat ze alles hebben om goed te kunnen leven en beschouwen ze onze zaken als overbodig.”
(Uit: “Captain Cook’s Journal during his first voyage round the world made in H.M. bark ‘Endeavour’ 1768-71” door James Cook“)
MEER WETEN?
Afbeelding bij een video van NTR op YouTube: De kaapvaart | Welkom in de 80-jarige Oorlog © NTR
Kapers of Piraten?
Sinds mensen zich met de boot verplaatsen, zijn er criminelen die de boten van anderen overvallen om de goederen te stelen en de bemanning gevangen te nemen of te doden. Ze doen dat om zichzelf te verrijken. We noemen hen piraten.
Kapers zijn geen piraten. Goed, ze overvallen ook boten van anderen, stelen de goederen en nemen de bemanning gevangen maar … toch worden ze niet gezien als criminelen. Ze doen dat namelijk in opdracht van hun land. Ze kregen van de overheid een ‘kapersbrief’: een officiële toestemming om schepen van de ‘vijand’ binnen te halen. De buit moesten ze afstaan aan hun land (al kregen ze natuurlijk wel een deel ervan).
Wapenschild Piet Hein – Afbeelding door © Arch (https://commons.wikimedia.org/wiki/User:Archmedus)
Piet Hein en de Zilvervloot
De Spanjaarden roofden in Zuid-Amerika heel wat kostbaarheden. Die verscheepten ze één keer per jaar naar Spanje met de Zilvervloot of La Flota de Indias. De zilvervloot bestond vooral uit nieuwe, wendbare en zwaarbewapende schepen. De waarde van de lading was enorm en dat trok heel wat piraten en kapers aan. Die slaagden er echter bijna nooit in veel buit te maken.
Tot Piet Hein uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het probeert… In september 1628 kaapt hij de helft van de Zilvervloot (de andere helft was nog onderweg naar het startpunt van de reis naar Spanje). De buit is gigantisch: zo verovert Piet Hein onder meer 177.000 pond zilver en duizend parels. Als je het zilver nu zou verkopen, dan ben je meteen 100 miljoen euro rijker. Als je bekijkt wat er in die tijd met het geld kon gekocht worden, dan was de hele schat zelfs 100 miljard euro waard.