Hoofdstuk 7
AFRIKA
IN DE GREEP VAN DE SLAVENHANDEL (1440 – 1800)
Al van het begin van de geschiedschrijving spreekt men over slavernij. Iemand die tot slaaf gemaakt is, heeft geen rechten en wordt behandeld alsof hij het eigendom is van een ander mens.
Slavernij komt over de hele wereld voor: zowel in het oude Egypte, het oude Griekenland of het Romeinse Rijk maar ook in het Middeleeuwse Europa en in Arabische, Turkse, Aziatische en Amerikaanse culturen gebruikt men tot slaaf gemaakte mensen.
We hebben het eerst over de Arabisch-Afrikaanse slavenhandel en daarna bekijken we de trans-Atlantische slavenhandel.
Aanvoer van slaven door de Sahara, tussen de Afrikaanse oostkust en Azië
De slavenhandel door de Sahara bestaat al van in de oudheid maar krijgt vanaf de 7de eeuw een forse impuls door de Islamitische verovering van verschillende Afrikaanse Rijken. In ruil voor vrede eist men van de overwonnen volkeren vaak een jaarlijkse levering van mensen die men dan tot slaaf maakt. Men schat dat er tussen de jaren 650 en 1920 tussen de 14 tot 17 miljoen Afrikanen als slaaf worden weggevoerd. Een deel van deze mensen komt terecht in landen rond de Indische Oceaan maar het grootste deel van hen wordt naar de Arabische of Ottomaanse gebieden gevoerd.
Er zijn ook Europese mensen die daar als slaaf verkocht worden. Historici denken dat er zeker 1 tot 2,5 miljoen Europeanen tot slaaf gemaakt worden in de Arabische en Ottomaanse Rijken. Ze komen vooral uit Polen, Rusland en Oekraïne. Als er West-Europeanen tot slaaf gemaakt worden, dan is dat vaak nadat ze gevangen zijn genomen door de Barbarijse zeerovers. Dat zijn Noord-Afrikaanse zeerovers die rijke koopvaardijschepen op de Middellandse Zee overvallen, de koopwaar aanslaan en de bemanning als slaaf verkopen.
De meeste slachtoffers komen dus echter uit Afrika. De slavenkaravanen trekken door de Sahara naar de havens van de Middellandse Zee en de Rode Zee. De tot slaaf gemaakte Afrikanen moeten meer dan 2000 km te voet lopen. Ze doen er één tot drie maanden over. Bijna een vijfde van hen sterft onderweg.
Velen van hen zijn vrouwen die bestemd zijn voor huisarbeid, als bijzit of als lid van een harem. Mannen doen dienst als soldaat, als werkkracht in de landbouw of worden als eunuch opgenomen aan het hof.